De werker
2.1 TIP: Leer eerst je stad/buurt/wijk kennen
Erg belangrijk in de outreachende werkvorm is dat je een goed contact kunt opbouwen met je doelpubliek. Beginnende werkers focussen vaak heel hard op dit aspect. Toch raden we aan om hier niet van bij aanvang de nadruk op te leggen.
Neem eerst de tijd om je buurt en wijk goed te leren kennen. Loop rond, verken alle hoekjes en plekken en vooral, observeer. Dompel jezelf onder in het stedelijk gebeuren. Ga na waar je de doelgroep waar je mee wil werken vindt en op welke momenten ze daar zijn. Door te observeren kan je al heel wat te weten komen over hun leefwereld, wat hen boeit en waar ze mee bezig zijn. Vertrek vanuit een positieve omgevingsanalyse in plaats van een focus op problemen. Een handig hulpmiddel in deze verkenningsfase is het letterlijk in kaart brengen van de buurt en het doelpubliek. Zo geef je jezelf een werkwijze en ga je het gevoel tegen dat je doelloos rondloopt in de aanvangsfase. Een luchtfoto van je buurt, wijk of stad bestuderen, kan je bijvoorbeeld een dieper inzicht verschaffen in de grenzen tussen openbare en niet-openbare ruimte.
“Zelf ben ik niet van Lokeren. Ik begin dus als outreachende werker met het leren kennen van de stad. Dit is echter niet zo evident als het lijkt: ik loop 8 uur per dag op straat, leer mijn weg zoeken en straatnamen onthouden. Er is me aangeraden om niet direct kost wat kost contact te zoeken met mogelijke gasten, dus heb ik niet echt een heel concrete bezigheid. Al gauw overvalt me een vreemd gevoel: Wat ben ik hier eigenlijk aan’t doen? Ik dool wat rond en ik word er voor betaald. Dit kan jetoch bezwaarlijk werken noemen? Ik zoek naar een techniek om mijn ronddwalen in Lokeren een doel te geven. Ik wil het gevoel hebben dat ik met iets constructiefs bezig ben. Vanuit mijn opleiding als sociaal pedagoog herinner ik me een techniek om steden letterlijk te lezen en in kaart te brengen. Dat is wat ik wil doen: de stad lezen zoals ze is alvorens ik er meningen over te horen krijg. Ik ga de straat op en breng een aantal zaken in kaart die me meteen opvallen aan Lokeren. Ik begin bij de talrijke politiecamera’s die niet uit het Lokers straatbeeld te weren zijn. Van elke camera die ik tegenkom trek ik een foto en duid de ligging aan op een kaart. Hetzelfde doe ik met graffiti, satellietschotels, schoolpoorten, pleintjes, vuile plekken, zogenaamde ‘vindplaatsen’,...
Terug op bureau zet ik al deze fenomenen op transparanten zodat ik ze overeen kan leggen. Misschien zegt een vergelijking van hun ligging wel iets over de stad. Ik vind het bijvoorbeeld interessant om alle graffitiplekken te vergelijken met de ligging van de camera’s. Het feit dat de graffiti buiten het zicht van de camera’s gebeurt zegt toch iets?
Tijdens mijn eerste weken op straat in Lokeren blijf ik deze techniek consequent toepassen. Ik merk bij mezelf een verandering op: ik heb niet meer het gevoel doelloos rond te lopen en kan met verschillende blikken naar mijn omgeving kijken. Ik krijg meer oog voor detail...”
Link naar filmpje ‘camera’s in publieke ruimte’:
2.2 TIP: Laat je eerste contacten zo natuurlijk mogelijk verlopen
Vaak vragen mensen zich af: “Hoe doe je dat concreet, contact leggen met mogelijke doelgroepen? Welke technieken gebruik je?” Op deze vraag bestaat geen eenduidig antwoord. Iedere werker heeft zijn eigen persoonlijkheid en zijn eigen stijl. Het is belangrijk hierbij stil te staan. Sommige werkers zijn ‘out-going’ en hebben geen problemen om op mensen af te stappen die ze niet kennen. Anderen zijn dan weer totaal anders. De manier waarop het eerste contact gelegd wordt, is dus afhankelijk van de persoonlijke stijl van de werker.
In het algemeen raden we aan om de eerste contacten zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Met oog op het opbouwen van een relatie, is het allerminst aan te raden om contact te forceren. Belangrijk hierbij is dat je als werker veel tijd krijgt. De ervaring van druk vanuit jezelf of vanuit je werkgever, werkt contraproductief. Er bestaat geen algemene techniek om contact te leggen, maar af en toe kan je een aantal trucjes gebruiken.
Outreachend werkers die al langer aan het werk zijn, leren vaak ook nieuwe mensen kennen uit het netwerk van hun gasten zelf. Bijvoorbeeld: je gaat op huisbezoek bij een gast die je al langer kent en net dan zit er een vriend van hem in de sofa. Of je ziet een gast van je op een bankje in het park zitten. Hij stelt zijn nieuw lief aan je voor...
TRICK: Zorg ervoor dat mensen je gezicht kennen
Door vaak aanwezig te zijn op straat of herhaaldelijk dezelfde plekken te bezoeken, word je zelf onderdeel van het stedelijk gebeuren. Mensen gaan al gauw je gezicht herkennen. Dit verlaagt de drempel om een gesprek te beginnen. Iedereen kent de gespreksopener wel: “Je komt me bekend voor...”
TRICK: Groet iedereen die je tegenkomt
Mensen zijn het niet (meer) gewoon om op straat gegroet te worden door iemand die ze niet kennen. Doe je dit, dan levert dat vaak een grappige situatie op die aanleiding kan geven tot een eerste contact. Komt dat contact er niet, dan loop je gewoon door. De volgende keer dat je dezelfde persoon tegenkomt is er vaak al een spoor van (h)erkenning.
TRICK: Vergeet als roker je vuur op zak te hebben
Wie als roker geen vuur op zak heeft, kan heel gemakkelijk naar mensen toestappen om het te vragen. Soms komen mensen ook zelf af om wat tabak of een sigaret te vragen. Het ijs is gebroken: sla een praatje terwijl je samen van een sigaret geniet.
TRICK: Sla een praatje over het weer
Het weer van de dag en de weersvoorspellingen zijn onderwerpen waarover iedereen een mening heeft. Het is een heel gemakkelijke ijsbreker. Zeker als je samen onder een bushokje staat te schuilen voor de regen.
TRICK: Zet je in een café aan de toog
Als je als werker op café gaat, zet je dan aan de toog. Die plek is het gemakkelijkst om een gesprek te beginnen met iemand, al is het met de barman zelf.
Hoe deden wij het?
“Bij een eerste contact met nieuwe gasten zeg ik meestal niet wat mijn functie is, tenzij ze er expliciet naar vragen. Ik vind een eerste kennismaking veel natuurlijker als er geen onderscheid is tussen de gast en mij. Ik wil daarnaast niet overkomen als de zoveelste sociaal werker die met hen moet werken. Ik ben dus gewoon ‘Ward’ en later pas ‘vindplaatsgerichte jeugdwerker’.
Mijn allereerste contact met jonge gasten is vanzelf voortgekomen uit het in kaart brengen van de Lokerse camera’s. Ik trek een foto van de camera op de markt, wanneer plots iemand vanuit een groepje jongeren roept: ‘Hey gij! Waarom trekt gij foto’s van de camera’s?’ Ik zet me bij het groepje jongeren en vertel hen dat ik Ward ben, nieuw in Lokeren en gefascineerd door het aantal en de grootte van de politiecamera’s. Uit interesse wil ik alle camera’s weten staan. Ik duid ze dus aan op een kaart. Deeerste vraag die ik hierop krijg is of het groepje een kopie van de kaart mag hebben als die af is. Vrijwel meteen komen de verhalen over de camera’s naar boven: “Wij worden geviseerd. Als wij ons verplaatsen, draait de camera mee. Dat is omdat wij Marokkanen zijn. Bij Belgen gebeurt dat niet. Als we soms naar de camera zwaaien, zwaait die terug. Hij wordt bestuurd vanuit het politiekantoor. Als we
niet gezien willen worden, zetten we ons gewoon recht onder de paal waar hij op staat. Zo diep kan hij niet kantelen.”
2.3 TIP: Investeer in de relatie
Het werken op straat met een kwetsbare doelgroep staat of valt met de band die je hebt met je gasten. Investeer dus veel tijd en moeite in het opbouwen van een relatie. Wat er ook gebeurt, breek de relatie nooit af. Dit wil niet zeggen dat je het altijd eens moet zijn met je cliënt of dat je je nooit kwaad mag maken. In een goede relatie zijn ook deze zaken mogelijk. De relatie niet afbreken wil zeggen dat je ‘no matter what’ contact blijft houden zolang de gast dat wenst.
TRICK: Sociaal werkers moeten niet leren om afstand te bewaren,
maar leren nabij te zijn
In opleidingen sociaal werk komt het begrip ‘professionele afstand’ geregeld aan bod. Wij spreken echter liever van professionele nabijheid. Als je verwacht van gasten dat ze je veel persoonlijke dingen vertellen, scherm dan je eigen privé ook niet teveel af. In een gezonde relatie (ook een professionele relatie), is wederkerigheid een belangrijk begrip.
“Als het gespreksonderwerp met gasten gaat over druggebruik, wordt er door hen vaak gepolst naar mijn persoonlijke ervaringen met drugs. Ik ben daar altijd heel open en eerlijk over. Natuurlijk heb ik mijn experimenteerfase gehad en zoek ik bij momenten naar een roes. Ik vertik het om het type werker te zijn die elke vorm van druggebruik zonder meer afkeurt. Ik wil openheid creëren in een gesprek en een discussie aangaan over wat de gevolgen zijn van veelvuldig gebruik op eenmensenleven. Ik merk dat mijn openheid over mijn persoonlijke ervaringen de relatie met m’n gasten ten goede komt en dat gesprekken daardoor diepgaander worden. Ik krijg daardoor veel respect, hoewel sommigen het jammer blijven vinden dat ik geen joint meesmoor met hen.”
TRICK: Eerlijk duurt het langst
Een oud gezegde met veel waarheid in. Het is belangrijk om als werker jezelf te zijn in het contact met je gasten. Wie een rolletje speelt of een pose aanneemt, valt al gauw door de mand. Met alle gevolgen van dien voor het creëren van een hechte band.
TRICK: Samen eten doet wonderen
Een schijnbaar eenvoudig trucje is om samen met 1 of meerdere gasten een hapje te eten. Keer op keer merken we dat dit een ongedwongen manier van samen zijn is en dat er op z’n momenten niet alleen goede banden gesmeed worden, maar ook persoonlijkere of diepere gesprekken plaats vinden. Samen iets eten geeft een ongedwongen reden om samen te zitten en kan zo als bliksemafleider werken, gasten en ook de werker voelen zich vaak comfortabeler in deze context, waardoor er makkelijker gesprekken worden gevoerd.
2.4 TIP: Vertrek vanuit gelijkwaardigheid
Een sterkte van outreachend werken is dat er vertrokken wordt vanuit de gelijkwaardige positie tussen gast en werker. In het opbouwen van een relatie is het belangrijk om deze gelijkwaardigheid te bewaken. Als werker ben je dus niet de ‘professional’ of ‘deskundige’, maar ga je uit van de deskundigheid van je gasten zelf. Al bij de eerste contacten is het belangrijk om jezelf niet boven je gasten te stellen of een afstand te creëren.
TRICK: Zet je tijdens eerste gesprekken met een gast naast die persoon,
ipv er tegenover of erboven
De gelijkwaardige positie uit zich ook in lichaamstaal en houdingen. Naast elkaar zitten komt minder bedreigend over dan een fysieke afstand scheppen door je tegenover of hoger dan je gast te plaatsen. Je zet je letterlijk op dezelfde hoogte als je gast. Deze trick heeft tevens een symbolische waarde: je kijkt dezelfde richting uit.
TRICK: Wees en blijf verwonderd
Verwondering is het uitgangspunt om creatieve verbindingen te kunnen leggen. Ook voor outreachers die al geruime tijd in hun buurt werken is het belangrijk om verwonderd te blijven. Het vraagt oefening om met een open en onbevangen blik te kunnen kijken naar de omgeving waarin je je al jaren begeeft. Ook het luisteren naar gasten dient vanuit verwondering te gebeuren. Toon die verwondering ook aan hen door vragen te stellen zonder hen te veroordelen.
TRICK: Veroordeel niet
Iets enorm belangrijks, maar ook moeilijk, is dat je een gast nooit als persoon mag veroordelen. Een outreacher benadert zijn gasten steeds op een positieve manier en ziet hen als mensen met kwaliteiten en mogelijkheden. Een oordeel vellen over diens persoonlijkheid is dus uit den boze.
Natuurlijk kom je mensen tegen die gedrag stellen dat indruist tegen je persoonlijke visie en/of maatschappelijke normen. Aanvaard dat zulke dingen gebeuren. Maar aanvaarden dat mensen zulk
gedrag stellen, is niet hetzelfde als dat gedrag goedkeuren. Zodra je een goede relatie hebt met iemand is het onze taak om gasten te confronteren met wat zij of anderen doen. Het doel is steeds gasten te doen nadenken.
Op deze manier veroordeel je daden, maar nooit de persoon zelf. Het is erg belangrijk dit onderscheid te kunnen maken.
TRICK: Bouw zo weinig mogelijk voorwaarden in
De grote kracht van outreachend werken is de laagdrempeligheid. Het is dan ook niet verstandig om zelf extra drempels te gaan inbouwen door voorwaarden te stellen. Een voorbeeld hiervan is gasten die geld willen lenen. Dit is een vraag die zowat elke werker te horen krijgt. Maar geld lenen aan gasten is een slechte zaak. Dan komt de voorwaarde van terugbetalen in de relatie. En wie niet kan terugbetalen zal zich vaak schamen en wegblijven.
2.5 TIP: Wees jezelf in het contact met gasten
In het werken met anderen zal je vroeg of laat ook jezelf tegen komen. Het werken met anderen zal geregeld een spiegel vormen waardoor je naar jezelf kijkt. Om met anderen contact te leggen in het werkveld kunnen we soms in de verleiding komen om ons op een of andere manier aan te passen. We maken veronderstellingen over hoe we ons dienen te gedragen om een vlot contact te leggen en weerstand bij de doelgroep te minimaliseren. Er is absoluut niets mis mee om hierbij stil te staan,maar een gouden regel is: ‘blijf jezelf’. Mensen hebben doorgaans snel door wanneer iemand niet echt is. Het maakt het ook voor jezelf het makkelijkst, als je geen masker opzet.
Hoe deden wij het?
“Aslan is een jongeman van rond de dertig. Hoewel zijn leeftijd in ogen van sommigen begint op te lopen, beschouwt Aslan zich wel degelijk jong. Hij vindt het vreemd en onwennig als mensen hem met ‘meneer’ aanspreken.
Aslan is niet erg begaan met zijn uiterlijk. Hij vindt zichzelf niet onknap, maar verder dan deze gedachte reikt zijn interesse voor zijn eigen voorkomen niet. Aslans uiterlijk heeft iets van een
combinatie van ‘meneer’ en ‘jongeman’. Zijn ringbaardje en zijn bril geven hem een ietwat serieuze, nerdy, oudere look die meteen gecorrigeerd wordt door zijn weelderige hippiedos haar en zijn jongensachtige blik. Zichzelf scheren of naar de kapper gaan, vindt Aslan tijd- en geldverlies. Ook aan kledij besteedt Aslan niet zoveel energie: Hij kent niets van merkkledij en kan zich zelfs niet meer herinneren wanneer hij voor ‘t laatst betaald heeft voor kleren. Alles wat hij draagt heeft hij gekregen: zijn jas en schoenen zijn een erfenis van een verre nonkel, zijn broek heeft zijn vader nog gedragen en zijn trui komt van zijn schoonbroer die er op uitgekeken was.
Aslan zit op een bankje in het park. Naast hem zit Geert. Ze kennen elkaar al geruime tijd. Geert is op het eerste zicht een heel ander type mens dan Aslan. Alles aan Geerts voorkomen is beredeneerd. Niets is aan het toeval overgelaten. Geert gaat wekelijks naar de kapper. Zijn kapsel is feilloos: geschoren rond de oren en in de nek, korte haren aan de zijkant die naadloos overgaan in het wat langere deel van zijn kapsel dat door een flinke dosis gel perfect de rondingen van zijn kruin volgt. Geert houdt van stijlvolle kledij: sneakers, armani broek, gucci. Iets wat geen 100 euro gekost heeft, doet Geert niet aan.
Hoewel Geert zo’n twaalf jaar jonger is dan Aslan, voelt hij zich oud. Aan zijn diepe zuchten kan je merken dat Geert zich al een ruime tijd stierlijk verveelt. Zo lang al, dat hij zelfs niets meer kan bedenken om zich eens echt goed te amuseren. Geert noemt dit fenomeen ‘No Life’.
Geert en Aslan praten met elkaar. Ondanks de verschillen tussen hen, kunnen ze het goed vinden met elkaar. Ze respecteren elkaar en vinden elkaar interessant.”
2.6 TIP: Focus nooit op problemen (want ze komen snel genoeg aan bod)
Als outreachend werker benader je je gasten op een positieve manier. Je herkent en erkent hun talenten en sterktes. De interesses, talenten en mogelijkheden van iemand zijn net een heel nuttig aangrijpingspunt om mee aan de slag te gaan. Kwaliteiten en talenten van mensen bevestigen en in de verf zetten, brengt een positiever zelfbeeld te weeg en maakt mensen sterker. Vaak kunnen vanuit die positieve zaken problemen opgelost en voorkomen worden, meestal op een duurzamere manier dan een apart probleem aan te pakken.
Uiteraard mogen problemen van de doelgroep niet uit de weg gegaan worden. Het is belangrijk dat de gasten met hun problemen bij de werker terecht kunnen en dat ook weten. Maar problemen mogen niet de eerste focus van de werker zijn, de gasten hebben doorgaans al genoeg mensen in hun omgeving die hen als ‘probleemgevallen’ beschouwen. Door hen positief te benaderen met aandacht voor hun talenten en interesses zal er een relatie ontstaan die een betere basis biedt om problemen aan te pakken dan wanneer hierop gefocust wordt.
2.7 TIP: Laat je niet ontmoedigen, ook niet door testgedrag
Als outreachende werker sta je er alleen voor op straat. Je begeeft je in de leefwereld van je gasten. Je betreedt hun domein. Zoals vaak het geval is bij een beginnende leerkracht in een secundaire school, bestaat de kans dat je gasten je uittesten. Ze willen zien wat ze van je gedaan kunnen krijgen en hoe ver ze kunnen gaan. Meestal gaat het om onschuldige zaken zoals het veranderen van hun naam of het geven van opmerkingen over je uiterlijk. Maar ook verbale en zelfs fysieke agressie kunnen voorkomen. Blijf hier rustig onder en ga gewoon weg als je je niet veilig voelt. Je bent vrij om te gaan en staan waar je wil. Vertrouw op je intuïtie en buikgevoel om een situatie in te schatten.
Ook naar vertrouwelijkheid toe kan testgedrag voorkomen. Zo kunnen gasten bij de eerste contacten doelbewust foute informatie doorgeven om te testen wat je ermee gaat doen. Stapt de werker naar de politie of niet? Ook al weten gasten dat je beroepsgeheim hebt, toch wordt dit vaak nog eens uitgetest.
TRICK: Eigen grenzen kennen en aangeven
Je hoeft niet alles te pikken dat je gasten doen of zeggen tegen jou. Geef duidelijk aan wanneer iemand voor jou over de schreef gaat.
“Op een bankje in het park kom ik drie gasten tegen. Ik stap erop af en geef hen een hand bij wijze van begroeting. Eén van de jongens trekt mijn arm tussen zijn benen en laat mijn hand tegen zijn kruis schuren. Onder zijn trainingsbroek had hij duidelijk geen onderbroek aan. In een fractie van een seconde reageer ik: ik grijp de gast bij zijn kraag, uitzinnig van kwaadheid. Ik verschiet van mezelf, want zo heftig was mijn reactie niet bedoeld. Na wat gebekvecht biedt de jongen zijn excuses aan en verontschuldig ik mezelf voor mijn fel reageren. Ik vertel hem dat ik met zulk gedrag niet gediend ben en dat hij hiermee op mijn grenzen botst. Hij zegt me dat het als grap bedoeld was, maar dat hij in de toekomst zulk gedrag niet meer zal stellen. We leggen het bij en praten over koetjes en kalfjes.”
“Aan het station komt een gast naar me toe, duidelijk zwaar onder invloed van allerlei oppeppende drugs. Hij heeft vier dagen niet geslapen zegt hij. Hij springt rond me, tuft constant op en langs mijn voeten en probeert zijn kick-boxtrucs uit op me. Ik voel me niet onveilig, maar vind het een vervelende situatie. Ik communiceer dit duidelijk naar hem: ‘k vertel dat ik ga vertrekken omdat ik op dit moment geen deftig gesprek met hem kan voeren, maar dat ik hem zeker terug zie als hij niet zo opgefokt loopt. Ik raad hem aan om in zijn bed te kruipen. Ik wandel weg.”
TRICK: Verwachting is de moeder van frustratie
Te veel of te hoge verwachtingen kunnen ervoor zorgen dat je ontmoedigd raakt. Vaak verwachten we te veel dat we problemen zullen oplossen. Als we verwachtingen stellen moeten die eerder op het niveau van de relatie liggen. En zelfs dat kan heel veel frustraties opleveren. Maar het doel is steeds een positieve relatie aangaan zodat de gast met alles terecht kan bij jou. Doel is niet de problemen van anderen op te lossen. Dat moeten ze zelf doen. Jij bent er om hen te begeleiden en te
ondersteunen in dat proces. Als werker kan je niet zelf alle problemen oplossen, het is belangrijk dat je dit aanvaardt.
TRICK: Vertrouw op je buikgevoel
Op straat kom je vaak in situaties terecht die een directe reactie van je verwachten. Je krijgt dus vaak de tijd niet om van op afstand de situatie te overschouwen en een weloverwogen keuze te maken in je handelen. Vertrouw in zulke situaties zeker op je intuïtie. Vergeet het ‘gezegde’ dat afgaan op buikgevoel niet professioneel handelen is. Zeker wat betreft veiligheid luister je best naar je buikgevoel. Je intuïtie zit meestal juist!
2.8 TIP: Organiseer samen mét je doelgroep en niet enkel voor hen
Wanneer je als outreachend werker activiteiten en acties wil organiseren, doe dat dan samen met je doelgroep en niet enkel als aanbod waar zij louter aan deel te nemen hebben. Vaak verwachten mensen van jou als werker dat je activiteiten voor hen organiseert zonder dat zij er iets voor moeten doen. Tracht dit te vermijden. Je wil immers mensen versterken en dat doe je door hen verantwoordelijkheden op te laten nemen en in groep te laten samenwerken. Werk op hun maat en tempo en vertrek vanuit hun vraag.
Mensen betrekken in de organisatie maakt dat zij de activiteit meer als een activiteit van hen beschouwen. Zo verklein je de kans dat de activiteit verpest wordt.
Hoe deden wij het?
“Het eerste weekend is fout afgelopen. De jongens hebben ‘s nachts de boel op stelten gezet en de rookdetector afgebroken. Toen de eigenaar van het pand hen op hun verantwoordelijkheden wees, zijn ze uitgevlogen en hebben hem de huid vol gescholden. Daarop ben ik kwaad geworden. De gasten hebben toen hun boeltje gepakt en zijn vertrokken. Achteraf bleek dat ik de gasten te weinig inspraak gegeven heb. Ze wilden liever ergens anders naartoe en wilden zelf een plek kiezen om te overnachten.
Het volgende weekend was zalig! Ik heb dezelfde fout niet meer gemaakt. Op elk vlak in de organisatie ervan, hebben de jongeren zelf bepaald wat er zou gebeuren. Zo wilden ze naar de Ardennen gaan om adventure-activiteiten te doen. Ze hebben zelf een huisje gezocht (met jacuzzi uiteraard!) en voor vervoer gezorgd. Er werd een beurtrol opgesteld voor het koken en de afwas. Ook de financiële zaken werden mede door de gasten zelf afgehandeld. Ze maakten het zichzelf allerminst gemakkelijk: zo is een nachtelijke wandeling in de bossen met gasten die dat nog nooit gedaan hebben, een absolute aanrader. Over dit weekend wordt jaren later nog steeds gesproken.”
Naast activiteiten en actie’s kunnen er ook langdurige projecten of trajecten opgezet worden. Ook hier geldt de gouden regel: laat je doelgroep zelf bepalen wat de inhoud van het traject wordt en welke richting eraan gegeven wordt.
Hoe deden wij het?
In 2011 organiseerden we met een aantal trekkersfiguren een koplopertraject: een maatschappelijke leiderschapsvorming waarbij gewerkt werd met thema’s die de jongeren zelf belangrijk vonden. Het filmpje van de startdag hieronder toont hoe de thema’s door de gasten zelf bepaald werden.
Link naar filmpje ‘jonge leiders in actie: Startdag’
Een van de grotere projecten die we met de jongeren deden was het Yalla Yalla comedy project. Voor Yalla Yalla zorgden de jongeren zelf voor de inhoud van het project, vanuit hun eigen verhalen.
“Ik heb het hele Yalla Yalla verhaal een beetje van op afstand gevolgd. Ik ken de deelnemende jongeren en zie hen af en toe, maar ik woonde nooit een van de workshops bij. Ik was dan ook razend benieuwd toen ze de eerste keer op het podium stonden voor hun try-out in Jeugdhuis T-Klub. Toen ik hen voor de eerste keer zag was ik enorm onder de indruk. Ze waren er in geslaagd om een erg entertainende avond in elkaar te steken. Naast comedy passeerde er ook rap de revue, ze hadden op een creatieve wijze een decor gemaakt, alles werd vakkundig aan elkaar gepraat door de Hakims en er was een indrukwekkende hoofdact. Ik genoot van een leuke avond en vergat dat die jongeren daar voor de eerste keer ooit op een podium stonden. Ze ‘stonden’ er werkelijk. Op slechts enkele maanden tijd hadden die jongeren een comedyact in elkaar gestoken die bij een eerste optreden al naturel overkwam. Dan pas had ik door hoe hard die gasten gewerkt moesten hebben. Geen van die jongeren had ervaring met comedy en als er 1 podiumdiscipline is waar je serieus ‘ballen’ voor aan je lijf moet hebben is het comedy. Geen back-up, helemaal alleen het podium op om mensen te boeien met niets anders dan een verhaal, geen evidentie!
Er werd heel wat gelachen, maar naast de grappen en grollen gaven de jongeren ook heel wat van zichzelf en hun leefwereld prijs. Naast het entertainende element vond ik de show op die manier ook erg ontwapenend en zelfs ontroerend bij momenten.
Deze jongeren gaven voor het Yalla Yalla verhaal allemaal aan dat ze het gevoel hadden dat er niet naar hen geluisterd werd en dat ze niet steeds tevreden waren met hun situatie en hoe anderen naar hen kijken, en ook dat ze hier zelf niets aan konden veranderen. Met dit project hebben ze het tegendeel bewezen. Niet enkel voor zichzelf, maar ook voor vele anderen.
Het valt dan ook op hoe die gasten veranderd zijn tegenover het begin van het project. Ze lijken allemaal veel steviger in hun schoenen te staan, met meer zelfvertrouwen. Dat vind ik het mooiste resultaat van dit hele proces. En dat straalt ook af op anderen.
Respect is voor jongeren erg belangrijk, en die gasten krijgen respect, en dat hebben ze op een constructieve manier verdiend. Zeker niet de makkelijkste weg. Het is een breed respect dat veel verder gaat dan de eigen groep.
Met de grote voorstelling in het Cultureel centrum dacht ik nogmaals dezelfde show te zien in een andere setting. Maar de jongeren hadden duidelijk niet stil gezeten. Er waren andere leeftijdsgenoten betrokken bij de show om alles in goede banen te leiden, de regie te doen, er was dans en muziek bij gekomen en de jongeren stonden er nog sterker als voorheen. De zaal zat vol met een erg gemengd publiek en het podium was indrukwekkend. Voor de 2e keer was ik sterk onder de indruk over hoe die gasten zo een show brachten en een hele zaal wisten te boeien. Ik kon het niet laten om me even te verplaatsen in die jongeren, en me af te vragen hoe ik zou reageren moest ik op zo’n groot podium alleen mijn ding mogen doen hebben. Een kleine rilling ging over m’n rug bij de gedachte, op die jonge leeftijd had ik dat nooit gedurfd. Ze hebben een goede begeleiding gekregen en heel wat
workshops, maar dan nog vind ik het onvoorstelbaar straf hou elke jongere stuk voor stuk op z’n eigen manier het publiek wist te boeien. Chapeau!”
Link filmpje ‘Yalla Yalla – kom! Kom! Komedie!’: http://www.youtube.com/watch?v=FKiQdDuUWQY
TRICK: Participeer zelf mee aan projecten of activiteiten
Het doel van projecten opzetten met gasten is om hen te versterken. Je werkt uiteraard vraaggericht, maar motiveert hen ook om hun grenzen te verleggen. In dit opzicht is het interessant om als werker zelf mee te denken, mee te schrijven, mee op een podium te staan, etc... Het biedt een veiligere context voor je gasten en hiermee vergroot je ook de gelijkwaardigheid tussen werker en jongere.
“Veel gasten hebben me de bijnaam ‘Wartiest’ gegeven omdat ik telkens opnieuw mee participeer aan creatieve projecten. Zo heb ik in het verleden mee comedy geschreven, rapteksten gemaakt, muziek gespeeld en op een podium gekropen. Het geeft veel gasten een boost te merken dat ook ik mijn eigen grenzen verleg. Ze vinden het geruststellend dat ook ik stress ervaar, podiumvrees heb en het schrijven van een goede tekst moeilijk vind. De gedeelde ervaringen komen daarenboven de band die ik heb met m’n gasten ten goede.”
Link filmpje ‘Vrede Verkloot’: http://www.youtube.com/watch?v=WXzuTTpssws
2.9 TIP: Wees flexibel in het plannen van je werkdagen
Als werker die de straat of publieke ruimte frequenteert, is het belangrijk dat je je werkuren afstemt op het ritme van je doelgroep. In de praktijk heb je alles behalve een nine-to- five-job en komt weekendwerk regelmatig voor. Daarnaast is het belangrijk toch ook geregeld tijdens de kantooruren aanwezig te zijn om samen met gasten naar organisaties toe te stappen of om aanwezig te kunnen zijn op een vergadering. Wees dus flexibel in het plannen van je dagen en uren.
Hoe deden wij het?
“Hoe mijn werkweek er concreet uit ziet, weet ik nooit helemaal op voorhand. Het hangt af van wie ik tegenkom op straat en welke verhalen de bovenhand krijgen. Ik doe meestal late uren omdat dat de momenten zijn waarop ik jongeren (vaak in groep) kan ontmoeten. Enkel op dinsdag werk ik standaard in de voormiddag. Dan staat ons wekelijks teammoment gepland. De andere dagen van de week werk ik meestal vanaf de middag. Mijn trein komt om 12u toe in het station van Lokeren, net op de moment dat veel jongeren daar tijdens hun middagpauze samentroepen. Een ideaal moment voor mij. Op donderdag en vrijdag werk ik meestal heel laat. Dat zijn voor mij de momenten waarop ik café’s of vzw’s bezoek, die dan druk bevolkt zijn. Het zijn ook ideale momenten om een avondactiviteit met wat gasten te doen of om het jeugdhuis open te houden. Weekendwerk probeer ik voor mezelf te beperken, maar komt regelmatig voor tijdens publieke activiteiten, festiviteiten of actie’s waar ik aanwezig moet zijn.
Individuele gesprekken of begeleiding van gasten plan ik in naargelang de situatie die zich voordoet. Wil ik bijvoorbeeld met een gast naar het JAC gaan, is dat op woensdagnamiddag, het enige moment van de week dat zij open zijn in Lokeren. Meegaan naar het OCMW, CAW of interimkantoren gebeurt meestal op een voormiddag.”